Knotten en kandelaberen

Knotten

Het knotten van bomen is een eeuwenoude snoeitechniek waarbij met regelmatige tussenpozen de volledige kroon van de boom wordt weggesnoeid tot op een zogenaamde knot, waarbij knotwilgen het bekendste voorbeeld vormen.

Hoewel het oorspronkelijke doel van knotten gericht was op het oogsten van twijgen voor mandenvlechten en dikkere takken voor brandhout of stelen van werktuigen, heeft het knotten door de jaren heen bewezen een waardevolle bijdrage te leveren aan zowel de levensduur van de boom als aan ons ecosysteem.

In het hedendaagse landschap zijn knotbomen meer dan alleen cultureel erfgoed; ze zijn een bewuste ‘vormkeuze’. Echter, ze behouden hun grote ecologische belangrijkheid. De holtes, scheuren en gaten die zich in de loop der jaren in de knotten en stammen ontwikkelen, bieden een thuis aan diverse andere organismen. Van nestelende vogels tot zeldzame zwammen en marterachtigen, deze knotbomen dragen bij aan de biodiversiteit en het evenwicht in ons cultuurlandschap.

Doordat knotbomen over het algemeen relatief klein zijn en regelmatig worden onderhouden, blijven de risico’s op tak- en stambreuk laag. Hierdoor vormen ze geen aanzienlijk gevaar langs doorgaande wegen en kunnen ze genieten van een langere levensduur.

Een bijzonder voorbeeld zijn de eikenhakhoutstoven, feitelijk tot tegen de grond geknotte eiken, die behoren tot de oudste bomen van ons land. Met hun indrukwekkende geschiedenis en hun voortdurende bijdrage aan het ecosysteem, blijven deze knotbomen een waardevol element in ons landschap en een eerbetoon aan de duurzaamheid van deze unieke snoeitechniek.

Kandelaberen

Onder kandelaberen vallen in feite twee snoeimethoden. Een bekend voorbeeld van kandelaberen is te zien bij platanen. Hierbij worden aan de hoofdstam meerdere gesteltakken gevormd die regelmatig worden geknot, resulterend in een kandelaarachtige vorm.

De alternatieve vorm van kandelaberen omvat het sterk reduceren van een grote boom, waarbij de gesteltakken grotendeels worden weggezaagd, en slechts enkele meters behouden blijven. Deze techniek wordt toegepast op bomen die bijvoorbeeld een gevaar vormen bij hevige windbelasting of stabiliteitsproblemen vertonen. Een consequentie van deze methode is dat de boom na de ingreep regelmatig (ieder drie tot acht jaar) moet worden teruggeknot tot waar de takken zijn ingekort. Dit is noodzakelijk omdat de nieuwe uitlopers vaak niet optimaal aangehecht zijn, en er vaak houtrot kan optreden op de plaatsen waar de takken zijn afgezaagd. Ondanks de ingrijpende aard kan kandelaberen ervoor zorgen dat een boom langer kan blijven staan dan anders het geval zou zijn.

Bij kandelaberen is het belangrijk te beseffen dat het een rigoureuze ingreep is die periodiek herhaald moet worden. De geselecteerde gesteltakken moeten nauwkeurig worden gekozen om de stabiliteit van de boom te waarborgen. Ook dient er aandacht te worden besteed aan de juiste snoeitechnieken om optimale aansluiting en minimale kans op houtrot te bevorderen.

LET OP: Voor het kandelaberen is het in sommige gemeenten noodzakelijk om een omgevingsvergunning (kapvergunning) aan te vragen. U kunt een omgevingsvergunning aanvragen bij de desbetreffende gemeente waar de boom zich bevindt. Wij kunnen ook de verplichting op ons nemen om deze vergunning te regelen.